1. Bouw voort op bestaande kennis
Wist je dat studenten vaak al een aantal strategieën hebben ontwikkeld om informatieproblemen op te lossen, zelfs zonder dat ze daar expliciet les in hebben gehad? Dit biedt een mooie kans voor docenten. In plaats van te focussen op één “juiste” manier om deze informatietaken aan te pakken, is het nuttiger om studenten te helpen hun bestaande strategieën verder uit te breiden. Dit kan door verschillende benaderingen te modelleren en studenten te laten zien wanneer en waarom ze bepaalde strategieën moeten gebruiken.
Praktische tip: Maak gebruik van peer-learning of demonstraties waarbij studenten elkaars aanpak kunnen observeren. Dit helpt niet alleen bij het opbouwen van nieuwe strategieën, maar stimuleert ook reflectie over het eigen leerproces.
2. Werk met realistische en volledige taken
Informatieprobleemoplossing bestaat uit verschillende fases: van zoeken en beoordelen tot het uiteindelijk samenvoegen van informatie. Onderzoek laat zien dat studenten het meeste leren wanneer ze deze stappen in hun geheel oefenen in plaats van losstaande onderdelen. Door te beginnen met eenvoudige, authentieke taken en vervolgens de complexiteit op te bouwen, kunnen studenten elke fase van het proces leren beheersen.
Praktische tip: Geef studenten opdrachten waarin ze vanaf het begin het hele proces doorlopen, bijvoorbeeld door een website te maken over een relevant onderwerp. Zorg ervoor dat de moeilijkheidsgraad geleidelijk toeneemt, zodat ze vertrouwen opbouwen in elke stap.
3. Varieer in taakcontexten
Niet elke informatievaardighedenstaak is hetzelfde. Het type taak dat een student uitvoert, bepaalt welke strategieën hij of zij gebruikt. Zo kan het zijn dat een student voor een eenvoudige website voor kinderen vooral vertrouwt op voorkennis, terwijl een andere student die een informatieve website voor volwassenen maakt, meerdere online bronnen moet raadplegen. Het is belangrijk dat studenten leren hoe ze hun strategieën kunnen aanpassen aan de specifieke context van de taak.
Praktische tip: Laat studenten informatievaardighedentaken uitvoeren in verschillende contexten. Geef bijvoorbeeld opdrachten waarbij ze voor verschillende doelgroepen werken of verschillende soorten informatie moeten verwerken. Bespreek achteraf welke strategieën effectief waren en waarom.
Conclusie
Door studenten in het hoger onderwijs strategisch te ondersteunen bij informatieprobleemoplossing, help je hen niet alleen bij hun huidige studie, maar ook bij hun toekomstige professionele leven. Bouw voort op hun bestaande strategieën, bied complexe taken aan waarin ze het hele proces kunnen doorlopen en zorg voor voldoende variatie in de opdrachten. Zo kunnen studenten flexibele en effectief leren omgaan met digitale informatie om echte problemen op te lossen.