Informatievaardighedenles op de PABO: een tweetrapsraket

Dit keer een gastblog van Koen Jansen van de HAN, over zijn ervaring met de les informatievaardigheden voor de PABO die we samen hebben ontworpen.
Facebook
Twitter
LinkedIn

Als docent op een lerarenopleiding ben je continu bezig met een (zoals wij dat noemen) tweetrapsraket. Je werkt aan de eigen vaardigheden van studenten én hoe ze diezelfde vaardigheden hun leerlingen aanleren. Zo ook in mijn rol als docent ‘leren en lesgeven met ict’ aan de HAN PABO. Wij geven les in digitale didactiek (hoe zet je ict in tijdens een les) en digitale geletterdheid. Om meer kennis over digitale geletterdheid op te doen zit ik in een vakcommunity ‘DG’ met verschillende lerarenopleiders en onderzoekers uit het land. Hieruit is een samenwerking met Josien gerold, waarbij ik als docent die meer kennis rond informatievaardigheden nodig had Josien vanuit haar expertise vroeg om mij te helpen.

Samen hebben we een les ontwikkeld voor een onderwijseenheid waarbij studenten uiteindelijk een onderwijskundig concept onderzoeken. Deze les is een onderdeel van dat blok en heeft als doel om studenten meer kennis te geven over (hun) informatievaardigheden. Weten studenten wat het inhoudt? Hoe schatten ze de vaardigheden in? En weten ze hoe ze dit straks aan kinderen moeten aanleren?

De studenten definieerden informatievaardigheden als het zoeken en vinden van informatie op internet. Een enkeling benoemde het controleren van de betrouwbaarheid van een bron of het toepassen van de gevonden informatie. Er waren in het VO en HBO tot nu toe weinig momenten geweest waarbij dieper is ingegaan op wat informatievaardigheden nou daadwerkelijk inhouden. Vanuit onderzoeken blijkt ook dat er veel verschil zit in gehanteerde definities, maar duidelijk is dat de aandacht verder moet gaan dan alleen het zoeken, vinden en beoordelen van informatie. Het werd de studenten duidelijk dat het ook gaat om bijvoorbeeld het inzicht over hoe informatie tot stand komt of hoe je zelf nieuwe kennis creëert vanuit gevonden informatie.

Aan de hand van twee werkvormen konden studenten ervaren hoe het met hun eigen informatievaardigheden gesteld was. Zo waren veel studenten overtuigd van het bestaan van leerstijlen. Ze mochten zelf in 2 minuten onderzoeken of dit een feit of fictie was. Zij die dachten dat het een feit was, kwamen ook op die informatie uit. Via de truc ‘zoek op het omgekeerde van wat je denkt dat waar is’, door bijvoorbeeld het woordje ‘mythe’ toe te voegen, kwamen de studenten bij een tweede keer zoeken op hele andere inzichten uit! De studenten gaven na de les terug dat kritisch blijven op wat je vindt een belangrijk inzicht was.

Met de activiteit Wikiklikken moesten studenten van het begrip basisonderwijs met zo min mogelijk kliks naar het begrip nieuwe geletterdheid komen via de hyperlinks in Wikipedia. Het was één student gelukt. Deze student kende de begrippen die ze tegenkwam en wist welke logisch waren om aan te klikken. De studenten werden zich bewust van het belang van voorkennis bij het zoeken. Ze oefenden voor het eerst met het bepalen van een zoekstrategie en effectief zoeken. Bij de start van de les werden deze vaardigheden nog als makkelijk bestempeld. Dit vonden ze omdat dit ook de enige vaardigheden waren waar ze al eens over hadden gehoord. Ook zij zagen nu in dat er een verschil zat tussen kennen en kunnen. De complexiteit van de vaardigheden werd in deze les ervaren en daarmee dus ook het belang van een expliciete instructie om het aan te leren.

De aanwezige kennis rond digitale geletterdheid vindt steeds meer zijn weg naar het onderwijs. Dat is belangrijk omdat het een plek gaat krijgen ín het onderwijs. Met die kennis kunnen er keuzes worden gemaakt voor methodes en didactiek. Maar bovenal kunnen dan de vaardigheden worden aangeleerd. Van lerarenopleider op student, van docent op leerling. De juiste kennis brengt de raket in beweging.